Zet de ingrediënten klaar. Kook de rijst volgens de aanwijzing op de verpakking. Pel de rode uien en snij ze in halve ringen. Snij de paprika's doormidden en verwijder de zaadlijsten. Snij het vruchtvlees in dunne reepjes. Hak de basilicum in reepjes. Pel de tenen knoflook.

Verhit een paar eetlepels olie in een wokpan en op hoog vuur en bak daarin de uienringen en paprika-reepjes. Strooi de suiker en wat zout en peper over. Bak een minuut of vijf tot de paprika's zacht zijn en beginnen te kleuren.

Giet dan de balsamico-azijn erover. Laat -op hoog vuur- onder regelmatig roeren pruttelen tot de azijn is ingekookt. Zet dan het vuur laag en giet er nog een paar eetlepels olijfolie over. Roer de reepjes basilicum erdoor en neem dan de pan van het vuur. Doe de paprika in een schaal, zodat de samen goed kunnen intrekken.

Snij met een scherp mes de vetrand van de karbonade om de paar cm in (hierdoor trekt het vlees niet krom als je het bakt). Bestrooi de karbonades aan beide kanten met peper en zout.

Veeg de pan schoon (pas op: heet!). Verhit een paar eetlepels olie in de -nog hete- koekenpan. Leg de karbonades met de tenen knoflook en takjes tijm in de hete olie. Bak op hoog vuur de karbonades een paar minuten aan de ene kant. Keer om en bak ook een paar minuten aan de andere kant. Het geeft niet als er wat takjes tijm onder de karbonade liggen, nadat je ze hebt omgedraaid.

Verdeel het klontje boter in kleinere stukjes en verdeel die over de pan. Schep tijdens het bakken van de tweede kant regelmatig wat van het bakvet over de karbonades, zodat het vlees niet uitdroogt. Neem de pan van het vuur en laat de karbonades ongeveer 5 minuten rusten. Denk er aan om de karbonades te blijven bedruipen met bakvet, tegen het uitdrogen.

Vet een klein schaaltje of timbaaltje in met wat olie in schep het vol met rijst. Druk goed aan en stort het rijsttimbaaltje op een bord. Schep er wat paprika naast en leg daar een karbonade op. Schep nog wat bakvet over de karbonade.

Eet smakelijk!