Nou, we beginnen aardig ons draai te vinden, in ons tijdelijke appartement. De verhuizing zelf vond ik echt verschrikkelijk, maar nu vind ik het eigenlijk wel heel relaxed om hier te wonen. Ik had gedacht dat we wel even flink zouden moeten wennen aan minder leefruimte, maar dat is eigenlijk niet zo. Het voelt een beetje als op vakantie zijn. Kleiner wonen is best relaxed. Het zal ook wel helpen dat de meeste van onze spullen in de berging staan en het dus niet overvol is in huis. Maar ook met bijvoorbeeld vegen of stofzuigen is het makkelijk te overzien. Als ik klaar ben, dan ben ik ook echt klaar. En dan heb ik niet zo’n knagend stemmetje dat de zolder eigenlijk ook wel weer eens gestofzuigd of opgeruimd zou moeten worden. Ook met de was heb ik een nieuw ritme gevonden. In het oude huis kon ik de was van de hele week op één dag doen, maar hier is de ruimte op mijn droogrekje de beperkende factor. Maar met om-de-dag een was gaat het ook prima. Het voelt een beetje als vakantie, eigenlijk, in een kleiner huis met precies genoeg spullen. Al die spullen in de berging, daar moeten we natuurlijk wel nog wat mee. Als we die tzt allemaal een plekje in het nieuwe appartement proberen te geven, dan slibt ons nieuwe huis in no-time helemaal vol. Dus dat moeten we niet willen. Een deel kan natuurlijk in de berging blijven staan, maar de rest zullen we wel óf verkopen óf naar de kringloop brengen. Maar daar is -voor nu- even geen haast meer mee.
In deze keuken begin ik me ook al thuis te voelen. Het aanrecht is wel een stuk hoger dan ik gewend ben, maar dat werkt prima. Beter dan te laag, zullen we maar denken. Het gasfornuis is echt op gas en dat vind ik héérlijk koken! Zo lekker snel! In ons vorige-vorige huis kookte ik ook op gas en ik was al weer vergeten hoe fijn dat kookt. Ik hoop maar dat het koken op inductie in mijn nieuwe keuken net zo goed bevalt. Ik mis alleen kastruimte in deze keuken. Met name de voorraadkast. Dat staat allemaal nog in kratten in de gang. Uit de categorie “eet je voorraadkast leeg” heb ik voor dit recept de glasnoedels en rijstvellen gebruikt. Heerlijk met warm gerookte zalm. Ik had er ook oosterse omelet en gebakken champignons bij. Die waren natuurlijk heerlijk bij de zalm, maar konden ook heel goed zonder de zalm.
Ingrediënten
Rijstvellen (ongeveer 3 per persoon)
250 gram peultjes
5 bospeentjes
3 lente-uitjes
3 eieren
1/2 bakje kastanje champignons
300 gram warmgerookte zalm
100 gram vermicelli glas noodles
1/2 bosje peterselie
2 tenen knoflook (of 1 teen)
3 eetlepels gembersiroop
3 eetlepels ketjap manis
1 theelepel sambal
1 eetlepel sesamolie
olie (zonnebloem)
zout, peper
Bereiding
Haal de peultjes af: snij/knak de beide uiteinden van de peul af, en trek eventuele draden langs de naad van de peul weg. Was de bospeentjes en snij ze in schuine plakken. Doe de peultjes en wortelschijfjes samen in een pan met ruim water en kook ze gaar.
Kook de glas noodles gaar volgens de aanwijzing op de verpakking (in een paar minuten). Giet dan af en zet de noodles in ruim lauw-warm water weg tot je ze verder nodig hebt. Ik heb mijn noodles zelf het liefst als niet te lange slierten (die vind ik een beetje onhandig), dus dit is vaak het moment dat ik de slierten in wat handzamere stukken knip. Veeg indien nodig de champignons schoon en snij ze in plakjes. Verhit een scheutje olie in een (kleine) koekenpan en bak daarin de champignon-plakjes bruin. Zet ze dan even apart in een schaaltje.
Breek de eieren in een kommetje en klop ze los met een vork. Verhit de sesamolie met 1 eetlepel zonnebloem olie in de koekenpan en giet -als de olie heet is- het losgeklopte ei in de pan. Leg een deksel op de pan. Laat bakken tot de onderkant van de omelet bruin is en de bovenkant gestold. Draai de omelet om en bak de andere kant nog kort. Leg de omelet op een bord en snij ‘m in reepjes.
Pluk de zalm met twee vorken van het vel en uit elkaar.
Pel en snipper de ui. Snij de knoflook fijn. Snij de lente-uitjes in ringetjes. Verhit een eetlepel olie in een koekenpan en fruit daarin de ui, knoflook en de helft van de lente-ui aan. Roer de ketjap, gembersiroop en sambal erdoor en laat een paar minuten zachtjes doorpruttelen. Neem dan de pan van het vuur en schep de (afgegoten) noodles erdoor.
Hak de peterselie fijn. Neem een grote pan (waar in ieder geval de rijstvellen helemaal in passen) en doe daar een laagje hand-warm water in. Zet alle groenten, de noodles, de zalm en de omelet reepjes klaar. Je kunt ervoor kiezen ieder diens eigen spring rolls te laten maken, maar ik heb ze voor iedereen gemaakt.
Haal een rijstvel door het warme water, zodat het hele rijstvel nat is. Maak het aanrecht iets vochtig en leg het rijstvel daarop. Zorg dat er nog een randje uitsteekt. Leg wat peultjes en worteltjes, wat glasnoedels, lente-uitjes en peterselie in het midden van het rijstvel. Zorg dat je aan de zijkanten ongeveer 4 to 5 cm van de rand blijft. Vouw de onderkant over de vulling en stop die voorzichtig zo strak mogelijk iets onder vulling. Leg dan een paar mooie stukken warmgerookte zalm (of champignons en/of omelet), vlak boven het gevulde deel. Die liggen dan direct onder het rijstvel en zijn daardoor na het oprollen extra goed te zien. Vouw de zijkanten naar binnen en rol de springroll zo strak mogelijk op. Het rijstvel zal aan elkaar kleven en dicht blijven zitten.
Dat oprollen is even een handigheidje. Pas op dat je niet teveel vulling gebruikt, want dan kan de springroll tijdens het oprollen open scheuren. Mocht het nu keer-op-keer mis gaan, gebruik dan gewoon twee rijstvellen op elkaar. Dat wordt iets minder mooi (omdat de spring roll daardoor iets minder doorzichtig is), maar de kans op scheuren is wel kleiner.
Eet smakelijk!
Misschien vind je dit ook lekker?
Gebakken krieltjes, aspergesalade met balsamico aardbeien en warmgerookte zalm
0 reacties