Ooooooh men, wat vind ik stoofvlees toch lekker! Dit stoofvlees kocht ik vorige week toen ik bij mam was. Een boer in het dorp, Hubert, verkoopt vlees van zijn koeien. Ik heb een dubbele portie, diepgevroren, gekocht. En daar heb ik deze week dit mee gemaakt. Ik heb het stoofvlees lekker langzaam gegaard, op de ouderwetse hooikist-manier. De pan steeds vijf minuten op ’t vuur en daarna weer 4 uur onder de wol. Nog energie-zuinig ook! Die vier uur is geen wet van meden en perzen, hè? Als het zo uitkomt, als je bijvoorbeeld naar je werk bent, of slaapt, dan kun je de pan gerust een paar uur langer laten staan en ‘m weer terug verwarmen zodra het wél uitkomt.
Naast het vlees en de groenten gebruik ik niet veel smaakmakers: laurierblaadjes en tomatenpuree en het magische ingredient: Beerenburg-cola. Ik heb gewoon zo’n blikje gebruikt, maar als je het in huis hebt, dan kun je natuurlijk ook gewoon een glas cola en een glaasje (of twee?) Beerenburg gebruiken. Maak je geen zorgen om de alcohol, die verdampt wel…
Ik heb een flinke portie gemaakt: een kilo vlees, goed voor ongeveer 8 porties. Na het afkoelen heb ik de helft in de vriezer gedaan: één portie voor 3 personen voor ons en een 1-persoons-portie voor mijn moeder. Lekker voor een andere keer.
Ingrediënten (voor 8 personen)
1 kilo riblappen
2 uien
2 winterwortelen
400 gram pompoenblokjes
2 stengels bleekselderij
50 gram boter
3 eetlepels bloem
3 laurierblaadjes
1 blikje tomatenpuree
1 blikje Beerenburg-cola
zout, peper
Bereiding
Pel de uien en snij ze in parten. Schil de winterwortelen met een dunschiller en snij in halve plakken. Snij de bleekselderij in dunne schijfjes. Bebloem de riblappen. Verhit de boter in een braadpan en bak de riblappen om beurten aan beide kanten bruin. Neem het vlees dan uit de pan.
Bak in hetzelfde braadvet de ui, pompoenblokjes, winterwortel en bleekselderij. Pers de knoflook uit boven de pan.
Roer dan de tomatenpuree door de groenten en bak even mee. Blus dan af met de cola met Berenburg en voeg dan nog ongeveer een halve liter water toe. Strooi er wat zout en peper over en roer goed door.
Schep de groenten wat opzij en leg het vlees in de pan. Zorg dat het vlees onder staat. Breng aan de kook en laat dan op een laag pitje met de deksel op de pan 5 minuten zachtjes doorkoken.
Pak dan de pan goed in, in een dikke handdoek (leg er een kurken of vilten onderzetter onder) en zet de ingepakte pan warm weg, bijvoorbeeld in je bed onder een dekbed. Laat 4 uur staan en zet de pan dan weer terug op het vuur en breng terug aan de kook. Laat een minuut of vijf zachtjes koken met de deksel op de pan en zet dan weer warm weg. Herhaal dit drie of vier keer. De pompoenblokjes worden zo gaar dat ze helemaal uit elkaar vallen en samen met de bloem een heerlijk gebonden saus geven. Proef de saus en het vlees en breng indien nodig op smaak met zout en peper.
Je kunt het stoofvlees dan al eten, maar het wordt nóg lekkerder als je het laat afkoelen en een nachtje laat staan. Schep in dat geval het vlees uit de pan, zodat dat niet te langzaam afkoelt. Als zowel de saus als het vlees is afgekoeld, bewaar het dan in de koelkast. Warm het de volgende dag op.
Lekker met aardappels en groenten (bijvoorbeeld rode kool). Maar je kunt het ook met rijst of pasta eten.
Eet smakelijk!
0 reacties