Ik deed deze maand weer mee met de Swiep Swoep Swap en ik kreeg In de Keuken van Anke toegewezen. Ik heb al eens eerder iets van Anke gemaakt: weten jullie die roze koeken nog? Dat was ook een Swiep-swoep-swap met Anke! Dit keer viel mijn keuze al snel op slagroomsoesjes. Ik had in mijn hoofd dat soesjes heel erg moeilijk waren, en daardoor zat ik er wel een beetje tegen aan te hikken. Maar het leek me erg leuk om eens te proberen. En als het me echt niet zou lukken, dan zou ik altijd nog iets anders kunnen kiezen. Maar dat was niet nodig: het viel enorm mee. Zó moeilijk was het eigenlijk helemaal niet. Toen ik ze af had, stond ik me net af te vragen wat we eigenlijk met al die soesjes aan moesten. Ik draai mijn hand niet om voor wat lekkers, maar ik dacht wel dat als we ze allemaal alleen zouden opeten, dat we ons dan wel misselijk zouden eten. Ik zat er al over te denken om ze uit te delen aan de buren in ons portiek. Maar toen appte Edwin dat ze op zijn werk een spontane het-is-vakantie-borrel hadden, dus heb ik een schaal met soesjes naar zijn werk gebracht. Bij de Swiep Swoep Swap is het de bedoeling dat je andermans recept een eigen draai geeft. In plaats van met slagroom heb ik mijn soesjes gevuld met mijn favoriete combi: cappuccino- en advocaatcrème. Je kunt natuurlijk de soesjes vullen met óf cappuccino óf advocaat, maar het leek me juist leuk als de smaak met elke hap weer anders is. Dat soms de advocaat overheerst en soms de cappuccino. En echt, niet voor het één of ’t ander, maar ze waren echt zááálig! De soesjes zijn het lekkerst als ze net gebakken en net gevuld zijn. Vul ze dus niet -zoals ik- allemaal in één keer. Ongevuld kun je de soesjes heel goed bewaren in een afgesloten doos. En de spuitzakken met crème kun je in de koelkast bewaren.
Ingrediënten
voor de soesjes
100 gram boter
100 ml melk
100 ml water
100 gram bloem
1/4 theelepel zout
3 of 4 eiere voor de vulling
250 ml slagroom
250 gram mascarpone
125 gram advocaat
4 schepjes instant cappuccinopoeder
1-2 eetlepels water
2 eetlepels suiker
poedersuiker om te bestrooien
Bereiding
Snij de boter in blokjes en doe die samen met de melk en het water in een steelpan. Zet op een laag pitje om de boter te laten smelten. Breng het mengsel aan de kook als de boter gesmolten is. Neem dan de pan van het vuur, doe de bloem erbij en spatel die er goed door. Zet de pan ongeveer 5 minuten terug op middelhoog vuur, om het deeg te garen. Blijf al die tijd goed door spatelen. Het deeg sist, dat hoort.
Doe het deeg over in een kom en spatel door om af te laten koelen. Voeg, als het deeg is afgekoeld tot lauw-warm, één-voor-één de eieren erdoor. Voeg het volgende ei pas toe als het vorige helemaal is opgenomen. Na drie eieren is het deeg glad en glanzend.
Verwarm de oven voor op 210 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Doe het deeg in een spuitzak en spuit kleine toefjes op het bakpapier. Maak je vinger een beetje nat in een kommetje water en druk de opstaande puntjes van de deeghoopjes plat.
Bak de soesjes in 20-25 minuten mooi goudbruin en gaar.
Laat de soesjes op een rooster afkoelen.
Maak terwijl de soesjes afkoelen de vulling(en). Los het cappuccinopoeder op in 2 eetlepels water.
Doe de slagroom met de suiker in de mixer en klop de slagroom lobbig. Doe de helft van de slagroom in een andere mengkom.
Klop de helft van de mascarpone en het cappuccinopapje door de ene helft van de slagroom. Doe de cappuccino-creme in een spuitzak met een klein mondje. Klop de rest van de mascarpone met de advocaat door de andere helft van de slagroom. Doe de advocaat-creme in een andere spuitzak met een klein mondje.
Maak met een scherp mesje een kruisje in de bodem van alle soesjes. Spuit in via het gaatje in de onderkant wat van de cappuccinocreme en de advocaatcreme in de soesjes. Het is even uitproberen hoeveel er in gaat, maar je voelt ‘m vanzelf opbollen als je de creme erin spuit.
Bestrooi de soesjes met poedersuiker (voor een mooi dun poeder-laagje kun je dat het beste door een theezeefje).
Deze Korma saucijzenbroodjes zijn werkelijk heerlijk! Het is wel iets meer werk dan gewone saucijzen-broodjes, maar het was súper lekker. En weer eens wat anders. Als je de uitjes met de korma curry pasta en het ei door het kippengehakt kneedt, dan denk je: “Dit is veel te nat, dit wordt nooit wat.” Ik dacht dat in ieder geval wel in eerste instantie. Maar als je even door blijft kneden, dan wordt het mengsel al wat minder vochtig en wat steviger. Het wordt niet zo stevig als gehakt waar je ballen van zou draaien, hoor, maar je hoeft er ook geen mooie worstjes van te rollen. Gewoon een beetje in de lengte over het bladerdeeg verdelen. En na het bakken heb je een heerlijk smeuïge gehaktvulling. Ze vielen hier súper goed in de smaak!
Ingrediënten
300 gram kipgehakt
6 velltjes bladerdeeg (diepvries)
1,5 eetlepel korma currypasta
1 theelepel komijnzaad
i ei
zout, peper, olie
Bereiding
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Leg de velletjes bladerdeeg los van elkaar, zodat ze kunnen ontdooien.
Pel en snipper de ui. Verhit een eetlepel olie in een koekenpan en bak de ui even aan tot ‘ie glazig is. Roer dan de curry pasta erdoor en bak die een paar minuten mee. Neem dan de pan van het vuur en laat iets afkoelen.
Leg een vel bakpapier op een bakplaat en leg daar de velletjes bladerdeeg op, met de plakkerige kant (waar je het plastic velletje vanaf hebt gehaald) naar boven.
Breek het ei in een schaaltje en klop los.
Doe het kipgehakt in een mengkom met de gefruite ui, driekwart van het losgeklopte ei en peper en zout. Kneed goed door, tot alles goed is gemengd. Verdeel het mengsel in zessen en leg op elk van de velletjes bladerdeeg wat van het gehaktmengsel. Je hoeft er geen mooi rolletje van te maken, daar is het gehaktmengsel te nat voor. Vouw het bladerdeeg dicht en druk aan met een vork.
Voeg een paar drupjes water aan het overgebleven losgeklopte ei toe en bestrijk daar het bladerdeeg mee. Strooi dan de komijnzaadjes erover.
Bak de saucijzenbroodjes in 25-30 minuten gaar en mooi licht bruin.
Ik probeer mijn blog zo reclame- en merkvrij mogelijk te houden, maar in dit geval maak ik een uitzondering. Niet dat ik een samenwerking ben aangegaan, zoals foodbloggers en andere influencers het maken van reclame zo mooi noemen, maar ik ben gewoon echt heel enthousiast over de instant vleesvervangers van Greenforce. Ik heb het er al wel eens vaker over gehad op mijn blog. Wij noemen het “watervlees”. Die term komt uit Lone’s studentenhuis en het dekt de lading wel redelijk. Behalve dat het geen vlees is, maar een vleesvervanger, natuurlijk. Ik heb inmiddels een voorraadje in huis, in allerlei soorten: gehaktballetjes, burgers, nuggets, worstjes, etc. Ik vind het echt ideaal, want nu het is lekker lang houdbaar en is het geen probleem als ze onverwacht wél of niet mee eet, hier. Ik moet er wel bij zeggen: als je het poeder met water mixt, dan ziet het er niet bepaald lekker uit en de geur is ook niet echt aantrekkelijk. Maar na een half uur opstijven in de koelkast, dan vorm je er worstjes of balletjes, burgers of schnitzels van en na het bakken heb je een vleesvervanger die er lekker uitziet, goed smaakt en een geweldige consistentie heeft. En het is heel makkelijk: het maakt niet uit welke mix je gebruikt, de verhouding is altijd hetzelfde: per gram van het poeder gebruik je 2 keer zoveel water. Dus 30 gram poeder maak je aan met 60 gram water. Of 100 gram poeder met 200 gram water. Ik ga uit van het gewicht dat ik ongeveer van een vlees-vervanger zou willen hebben, en dan zorg ik dat dat een veelvoud van drie is. Voor één persoon bijvoorbeeld 90 gram. Dan heb ik dus 30 gram poeder nodig en 60 gram water. Voor dit recept heb ik de mix voor vegan worstjes met tuinkruiden gebruikt, en daar heb ik balletjes van gedraaid. Maar ik had ook een andere mix kunnen gebruiken, hoor. De juiste vorm ervan maken, dat vind ik eigenlijk het vervelendste: het mengsel is enorm plakkerig, namelijk. En ik hou eigenlijk niet zo van vieze handen. Maar als je van tevoren (en tussendoor) je handen een beetje nat maakt, dan gaat het wel. Mocht je daar nou geen zin in hebben: je kúnt dit gerecht ook maken met gewone kant&klare vegetarische balletjes, natuurlijk.
Bereiding
Bereid de instant vleesvervanger-mix volgens de aanwijzing op de verpakking. In mijn geval was dat: mix 70 gram instant poeder met 140 ml koud water. Roer goed door en zet dan een half uur in de koelkast. Neem na een half uur het mengsel uit de koelkast en vorm er balletjes van, ongeveer zo groot als soepballetjes. Maak je handen even nat, dan plakt het mengsel niet zo aan je handen. Snij de stronk van de broccoli. Verdeel de kop van broccoli in kleine roosjes. Snij de stugge stukken en eventuele blaadjes van de stronk en snij de stronk in kleine blokjes. Hou de blokjes van de stronk en de roosjes apart. Snij de courgette in kleine blokjes. Pel de uien en snij ze fijn.
Verhit een flinke scheut olie in een braadpan. Bak de balletjes rondom bruin in de olie.
Als de balletjes bruin beginnen te worden, bak dan de ui mee, en voeg het venkelzaad en de chilivlokken toe.
Voeg de broccolistengel-blokjes en de courgette blokjes toe en bak even mee.
Voeg daarna de gepelde tomaten uit blik toe en druk de tomaten stuk met een pollepel. Laat de saus zachtjes pruttelen.
Kook intussen de farfalle in ruim kokend water met zout. Giet af, maar vang het kookvocht op.
Voeg de laatste 5 minuten de broccoliroosjes toe, samen met een 1 of 2 soeplepels van het kookvocht van de pasta. Laat de broccoliroosjes gaar worden.
Proef even en breng indien nodig op smaak met zout en peper.
Roer de farfalle door de saus. Roer drie-kwart van de parmezaanse kaas door de farfalle.
Een tijdje terug heb ik weer luxe vlees besteld via internet. Free had namelijk allemaal goede cijfers gehaald in zijn toetsperiode en als beloning kreeg hij een Wagyu-biefstuk. Om boven het minimale bestel-bedrag uit te komen heb ik er nog het een en ander bij besteld. Het vlees wordt diepgevroren thuis bezorgd, dus het is lang houdbaar. Één van de dingen die ik had bijbesteld was eendenborst. Dat wilde ik wel eens maken, namelijk. Ik heb in “Gordon Ramsay kookt” een recept gevonden en ik heb op YouTube nog een paar filmpjes gekeken over het bakken van eend. En het is eigenlijk helemaal niet moeilijk. De clue zit ‘m erin dat je de eend niet in een hete pan legt, want dan schroeit het meteen dicht en kan het overtollige vet niet weg. Dus eerst de eend in de pan en daarna de pan op een halfhoog vuur zetten. Kind kan de was doen! Ik trouwens twee eendenborstfilets: eentje voor Free en een voor mezelf. Edwin doe ik daar écht geen lol mee, dus voor hem had ik een gewone kipfilet. Als je meer eters hebt, koop dan meer eendenborsten. Of serveer iets minder vlees per persoon. Als je de filets in plakken snijdt dan kan dat best. Maar met kip is dit recept ook heel erg lekker! Free en ik vonden het onwijs lekker! En ik denk dat we wel eens vaker eend gaan eten. Met Kerst of Pasen, ofzo. Ik weet eigenlijk niet of er een seizoen is voor eendenvlees? Maar dat maakt niet zo heel veel uit als je het diepgevroren koopt, natuurlijk. Het overtollige vet dat uit het vel komt, giet je af en moet je bewaren. Het schijnt echt waanzinnig lekker te zijn om daar aardappeltjes in te bakken.
Ingrediënten (3 personen)
2 eendenborsten met vel (2 x 300 gram)
1 kipfilet
1 ui
100 ml port
250 gram kersen zonder pit (diepvries)
2 eetlepels kersenjam
2 theelepels kippenbouillonpoeder (of 1 bouillontablet)
1/2 theelepel maizena
1 paksoi
15 gram boter
zout, peper
Bereiding
Pel en snipper de ui. Snij de aanzet van de paksoi en leg de bladstengels in koud water.
Laat de eendenborstfilet op kamertemperatuur komen. Snij het vel kruislings in met een scherp mes. Bestrooi de eendenborst aan beide kanten met zout en peper. Leg de eend, met het vel naar beneden in een pan en zet de pan dan op middelhoog vuur. Let op: het is belangrijk dat de pan nog niet heet is als je de eend er in legt.
Laat de eend ongeveer 10 minuten op het vel bakken, zodat het meeste vet eruit smelt. Zet daarna het vuur hoger en bak het vel krokant en mooi bruin.
Verwarm intussen een bord voor. Draai dan de eendenborst om en bak de andere zijde mooi bruin in ongeveer 5 minuten bruin.
Bestrooi de kipfilet met zout en peper. Verhit in een klein koekenpannetje een paar eetlepels eendenvet (of olie) en bak daarin de kipfilet aan beide kanten bruin en gaar.
Neem dan de eend uit de pan en leg op het voorverwarmde bord. Giet het meeste eendenvet, op een paar eetlepels na, uit de pan in een kommetje om te bewaren.
Fruit de gesnipperde ui in het achtergebleven eendenvet de koekenpan. Blus af met de port en laat tot de helft inkoken. Roer dan de kersen, kersenjam en bouillonpoeder erdoor en giet er 250 ml kokend water bij. Breng aan de kook en laat een beetje inkoken. Roer de maizena door een paar eetlepels water en roer het maizena-mengsel door de kersensaus.
Doe 250 ml kokend water en het klontje boter met wat zout en peper in een hapjespan. Breng aan de kook en smoor de paksoi een paar minuten tot ze geslonken zijn. Laat uitlekken.
Snij de eendenborstfilet in plakken.
Leg een paar stengels paksoi op een bord en schep daar een flinke schep kersen-port-saus over. Leg daar de eendenborstfilet op.
Ik heb me flink in mijn vinger gesneden, door dit gerecht. Niet tijdens het maken, maar erna. Bij de knifeskills workshop van Free heb ik heel goed opgelet, dus ik doe altijd wel heel voorzichtig als ik iets snij. Nee, ik sneed me -echt heel lullig- bij het afwassen. Mijn goede messen was ik altijd met de hand af, die mogen niet in de vaatwasser. En nadat ik de vaatwasser had ingeruimd wilde ik nog even gauw mijn messen afwassen. Dat ging dus mis, dat “even gauw”. In plaats van het sponsje haalde ik mijn vinger langs het mes. Het deed -op het moment zelf- niet zo veel pijn, maar er kwam flink wat bloed uit. Na een kwartier dichtdrukken en heel wat keukenrolvellen verder was het bloeden nog niet gestopt en heb ik de huisartsenpost gebeld. Daar kreeg ik wat tips van om te proberen het bloeden te stoppen: vaseline erop smeren (ja, écht!), hand boven mijn hoofd houden en iets kouds uit de vriezer tegen mijn pols houden. Nou, dat werkte inderdaad! Na nog een kwartier was het bloeden grotendeels gestopt, hebben we er een schoon gaasje om gedaan en ben ik met een lekker warme kruik in bed gekropen. Want ik had het flink koud gekregen van die koude fles tegen mijn pols.
De curry was heerlijk! Ik heb me wel het rambam staan zoeken naar de kardemompeulen toen de kip gaar was. Die had ik er los bij gedaan. Volgende keer doe ik ze gewoon weer in zo’n theefilter-zakje. Dan kunnen ze wel goed hun smaak afgeven, maar kan ik ze veel makkelijker terug vinden.
En wat mijn vinger betreft: hij zit er nog aan, maar hij is wel flink pijnlijk. Vooral als ik ‘m ergens tegen aan stoot. En ik heb inmiddels een goede EHBO-koffer besteld, want het is niet heel fijn om op jacht te moeten naar pleisters en gaasjes als er bloed is. En ik doe voortaan extra, extra, extra voorzichtig met mijn messen. Ook tijdens ’t afwassen.
Bereiding
Pel de uien, snij ze in stukken en maal ze fijn in een blender.
Doe de ui-puree in een kom.
Snij de tomaten in stukken, verwijder de harde witte kern en maal fijn in de blender. Doe de gepureerde tomaten in een (andere) kom.
Pel de tenen knoflook en schil de gember. Maal de gember en knoflook fijn in de blender.
Verhit een paar eetlepels olie in een braadpan en doe daar de laurierbladen, het kaneelstokje en de kardamompeulen in. Voeg na ongeveer een minuut de gemalen ui toe en fruit het mengsel, al roerend, ongeveer 10 minuten aan op middelhoog vuur.
Voeg dan de gemalen gember en knoflook toe en bak dat even kort mee. Voeg de tomatenpuree toe en bak even aan en voeg dan de gepureerde tomaten toe. Roer tot slot de kurkuma, koriander en komijnpoeder door het mengsel.
Doe de kipkluifjes in de pan en roer goed om, zodat alle kluifjes met de saus bedekt zijn. Voeg Voeg wat zout en peper toe en 250 ml water. Breng aan de kook en laat met de deksel op de pan op een laag pitje zachtjes gaar stoven. Haal dan de laurierbladen, het kaneelstokje en de kardemompeulen uit de curry.
Schil intussen de aardappels en snij ze in blokjes. Voeg de aardappelblokjes toe aan de pan en kook ze met de deksel weer op de pan in 15-20 minuten gaar. Proef even en breng, indien nodig, op smaak met zout en peper.
Kook intussen de rijst volgens de aanwijzing op de verpakking.
Serveer de curry met rijst en garneer met een koriander en eventueel een schijfje citroen.
Mijn naam is Elleny. Ik ben 47 jaar, getrouwd met Edwin en moeder van Lone (17) en Free (13). En ik hou gewoon van eten. Zowel van het klaarmaken als van het opeten. Op dit blog deel ik (bijna) elke dag een recept van wat we hebben gegeten. Ik hoop dat je hier lekker inspiratie opdoet. Veel kijk- en leesplezier op mijn blog! En als je zelf met de recepten aan de slag gaat: alvast eet smakelijk!
