Mayonaise

Mayonaise

Gisteren was er hier in Wageningen de jaarlijkse boekenbeurs: door het hele centrum stonden boekenkramen. Meestal ga ik daar met Lone naar toe, maar die was dit weekend in Gronau, dus ben ik alleen geweest. Ik ben súper goed geslaagd met kookboeken. Kijk maar! Twee Jamie’s die ik nog niet had, een boek met kooktechnieken van Le Cordon Bleu (dé kookschool in Parijs), én DEDIKKEVANDAM. Van aardappel tot zwezerik, is de ondertitel. Het is een gewéldig naslagwerk over eten en drinken. ’s Avonds heb ik lekker door mijn aanwinsten zitten bladeren voor ik ze een plekje in mijn kookboekenkast heb gegeven. 

In De Dikke Van Dam kwam ik voorbij een hoofdstukje over Mayonaise. Nu hebben we bij de koksopleiding waar ik aan begonnen ben tot nu toe elke keer nog mayonaise gemaakt. Als er “mayonaise” in een recept staat, dan is er dus niet een grote pot kant&klare mayo waar we wat uit kunnen scheppen. Nee, die moeten we zelf maken. De eerste keer heb ik samen met een van mijn medecursisten mayo gemaakt. Vorige week en deze week heb ik het zelf gemaakt. Of althans: een poging gewaagd. Want ik vond ze beide keren niet zo goed gelukt: te dun en erg olie-achtig. Ik begreep ook niet zo goed waarom je meer olie toe moet voegen als je de mayo dikker wilt maken. Je zou toch denken dat meer van een vloeibaar ingrediënt het geheel juist dunner maakt. En wat ook zo niet-intuïtief is: als je mayo in de schift raakt, dan moet je juist éxtra water moet toevoegen. Maar Johannes van Dam legt uit waarom dat is: mayo is een emulsie. Dat wil zeggen:ienieminie vetbolletjes die in een vloeistof zweven. Je moet dus wel genoeg vocht hebben om die bolletjes in kwijt te kunnen. Het eigeel levert lecithine en dat zorgt ervoor dat het mengsel stabiel blijft, door een soort laagje om de vetdruppeltjes te leggen, zodat ze niet samensmelten tot grotere druppels. En je moet hard kloppen om het vet in kleine bolletjes te verdelen.
Met deze achtergrond info heb ik het thuis nog eens geprobeerd: en jawel, het lukte! Een lekkere, stevige mayo! Gelukkig vonden zowel Edwin als Free het ook lekker, want ik moet -denk ik- wel nog een paar keer oefenen. En trainen, want ik krijg er een enorm lamme arm van. Ik zou het natuurlijk ook met mijn staafmixer of met een blender kunnen maken, maar ik weet niet of ik die tzt bij het examen ook mag gebruiken. Dus voorlopig maar mijn armspieren trainen door de mayo op de gouwe ouwe manier met de hand te kloppen. Totdat ik er mijn hand niet meer voor omdraai, zeg maar.

Ingrediënten
2 eierdooiers (30-35 gram)
10 ml azijn
1 theelepel water
1 eetlepel citroensap
1/2 theelepel Dijon mosterd
125 gram zonnebloemolie
zout, peper

Bereiding
Zorg dat alle ingrediënten op kamertemperatuur zijn.
Splits de eieren en doe ze in een mengkom. De eiwitten heb je niet nodig voor dit recept. Doe de azijn, mosterd en een snuf zout en wat (witte) peper erbij. Klop tot een glad mengsel. Giet er dan, al kloppend, heel langzaam wat olie bij. Begin met een paar druppels en klop tot de olie helemaal is opgenomen. Giet er dan steeds meer bij en blijf kloppen tot je een stevige saus hebt.
Doe er wat citroensap bij en klop dat erdoor. Proef even en breng, indien nodig, verder op smaak met meer zout, peper en/of citroensap.
Als je de mayo wilt bewaren, dek die dan goed af en met folie en bewaar (maximaal een week) op een koele (maar niet koude!) plek.

Eet smakelijk!

 

Misschien vind je dit ook lekker?

Súper lekkere dipsaus

Joppiesaus

De Gelaarsde Kat kruidendip

Zelfgemaakte ketchup

Salade met mayo-pesto dressing

Burger met gegrilde groenten, parmezaanse kaas en dragonmayonnaise

Eggs Benedict

Röstirondjes met gepocheerd ei en Hollandaisesaus

Freddie Mercury’s kip-kerrie-salade

Eiersalade

Lente-salade met gegrilde groene asperges, aardbeien en mozzarella

Lente-salade met gegrilde groene asperges, aardbeien en mozzarella

Hebben jullie een gezellig Pasen gehad? Wat was het een heerlijk weer, hè, gisteren? Echt een cadeautje! En vandaag viel het me eerlijk gezegd reuze mee. Er was regen voorspeld, maar dat begon hier pas eind van de middag. Gisteren, eerste Paasdag, waren we naar mijn moeder. “We” waren de kinderen en ik. Zonder Edwin, want die heeft corona. Gelukkig had hij ons niet aangestoken, dus wij konden gelukkig wel met een gerust hart op bezoek bij mijn moeder. Gelukkig maar, want ik had afgesproken dat ik voor ’t eten zou zorgen. Mam zorgde voor dadeltaart en voor de drankjes en moest verder vooral genieten van de gezelligheid om zich heen. Mijn schoonzus heeft ’s middags heerlijke hapjes verzorgd. Voor het avondeten had ik het meeste thuis al voorbereid, zodat ik het bij mam alleen maar even af hoefde te maken. Als voorgerechtje hadden we een salade met gegrilde groene asperges en aardbeien. Net zoiets als deze, maar dan met prosciutto roosjes ipv mozzarella. En Free heeft de borden opgemaakt, die kan dat veel mooier dan ik. Als hoofdgerecht hadden we gestoofde varkenswangetjes, daar zal ik het recept later van op mijn blog zetten. En als toetje hadden we crème brûlée. Het was heerlijk! En súper gezellig en relaxed.
Omdat ik niet helemaal wist hoeveel ik nodig had, had ik ruim ingekocht. Met wat ik over had heb ik vandaag deze heerlijke salade gemaakt.

Ingrediënten
100 gram eikenbladsla melange
1 pond groene asperges
12 aardbeitjes
1 bol buffelmozzarella
1 eetlepel pijnboompitten
1 eetlepel witte wijnazijn
4-5 eetlepels (olijf)olie
1 theelepel mosterd
1/2 sjalot
optioneel: viooltjes (gewoon van de plantjes op m’n balkon)
zout, peper

Bereiding
Verhit een grillplaat (of grillpan).
Snij het onderste, stugge stuk van de groene asperges af. Bestrijk de asperges met wat olie (ongeveer 1 eetlepel), bijv met een kwastje of met de hand, en leg ze dan op de grillplaat. Grill de groene asperges aan beide kanten tot er donkere streepjes op staan. Strooi er wat zout en peper over en snij ze schuin doormidden.
Pel en snipper een half sjalotje. Maak een dressing van 1 eetlepel wijnazijn, 3 eetlepels (olijf)olie, de gesnipperde halve sjalot, de mosterd en wat zout en peper. Was de aardbeien, verwijder het kroontje en snij ze doormidden.
Scheur de mozzarella in stukjes. Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan, tot ze beginnen te geuren en licht beginnen te kleuren.
Leg een handvol sla-melange op een bord en sprenkel er wat dressing over. Verdeel er wat aardbeien, mozzarella, gegrilde groene asperges en pijnboompitten over. Strooi wat peper over de mozzarella. Maak af met een paar viooltjes, dat staat lekker lente-achtig.

Eet smakelijk!

 

Misschien vind je dit ook lekker?

Spinaziesalade met aardbeien, feta en pijnboompitten

Salade met frambozen en serrano-roomkaas rolletjes

Kerstsalade met mozzarella, mandarijn en prosciutto

Salade met mozzarella en nectarine

Gebakken krieltjes, aspergesalade met balsamico aardbeien en warmgerookte zalm

Plaattaart met groene aspergetips, pesto en granaatappelpitjes

Plaattaart met groene asperges, camembert en cashewnoten

Kip met perzik en kruidenkaas in bladerdeeg

Kip met perzik en kruidenkaas in bladerdeeg

Die cliffhanger van de vorige keer, hè? Dat ik een heel leuk, nieuw, spannend “iets” ga doen? Nou, ik zal jullie niet langer in spanning houden, want het is nu 100% zeker dat het doorgaat: ik ga een koksopleiding doen! Niet dat ik echt van plan ben om kok te worden hoor, maar ik vind koken gewoon zó onwijs leuk! En ik wil er graag beter in worden. Ik zou het leuk vinden als ik het niveau van stamppot, hartige taart en ovenschotels een beetje kan ontstijgen. En dan niet met een losse cursus hier en een workshop daar, maar alles van A tot Z. Dus inclusief de dingen waar ik zelf nooit een workshop van zou volgen, zoals vis of schaal- en schelpdieren, enzo.
De cursus wordt gegeven op het ROC in Nieuwegein en is speciaal voor volwassenen. We zijn met twintig in onze klas en we zijn een bont gezelschap: sommigen werken al in de horeca en willen hun diploma halen, sommigen gaan wel voor een carriere-switch, maar de meesten zijn -net als ik- gewoon enthousiaste hobbykoks. Of, zoals onze meesterkok ons noemt: hobbykoks met geld teveel. Dat “geld teveel” gaat voor de meesten -net als voor mij- níet echt op, maar het kost inderdaad een aardige duit, zo’n opleiding. Maar dat betekent wel dat iedereen die dit doet het echt vanuit een enorme passie doet en dat de ene nog gemotiveerder is dan de ander.
Ik vind het wel heel spannend. Zou ik het wel kunnen? Ik hou natuurlijk enorm van koken, en ik kook vaak, en probeer graag nieuwe recepten uit, maar dat is natuurlijk wel alleen maar huis-tuin-en-keuken-ervaring. En ik moet er natuurlijk wel tijd voor maken naast mijn werk en huishouden, enzo. Maar ik heb er onwijs zin in, ik ga gewoon mijn best doen, en dan komt het vast wel goed.
Ik ga jullie natuurlijk wel op de hoogte houden. En waarschijnlijk zien jullie hier wel wat van mijn nieuw-verworven vaardigheden voorbij komen. Maar het zou kunnen dat ik wat minder aan mijn blog toe kom.
Dus dat. Een professionele foodblogger zou nu vast een briljant bruggetje naar onderstaand recept hebben, maar ik kan niet echt een link bedenken. Dus dan maar een abrupte overgang. Afgelopen week aten we dit. Het idee hiervoor vond ik in een AH kookschrift: verrukkelijke kipfilet met ketjap (en perzik en kruidenroomkaas) in bladerdeeg. Ik heb onder de kip couscous gedaan om te voorkomen dat de onderkant te vochtig zou worden. En omdat ik losse vellen bladerdeeg had, heb ik er een soort een patchwork pakket van gemaakt. Het was erg lekker, al zeg ik het zelf. En Edwin en Free vonden ‘m ook erg lekker. Voor herhaling vatbaar! Er was nog een stuk over, en dat was de volgende dag heerlijk bij de lunch.

Ingrediënten
2 kipfilets
2 uien
9 plakjes bladerdeeg (diepvries)
150 gram couscous
3 eetlepels ketjap manis
250 perzik partjes (diepvries of uit blik)
1 kuipje boursin cuisine (230 gram)
2 theelepels bouillonpoeder (kippenbouillon)
peper, zout, olie
1 ei

Bereiding
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Pel en snipper de uien.
Snij de kipfilets in kleine blokjes. Doe de kipblokjes in een mengkom en roer de ketjap erdoor. Laat minstens een half uur marineren.
Leg de plakjes bladerdeeg los van elkaar om te ontdooien.
Verhit een paar eetlepels olie in een wokpan en fruit daarin de gesnipperde ui aan. Als de ui glazig is, voeg dan de kipblokjes toe. Bak op middelhoog vuur tot de kipblokjes gaar zijn. Breng op smaak met zout en peper.
Breng 250 ml water aan de kook en los daar de bouillonpoeder in op. Neem de pan van het vuur en roer de couscous erdoor. Roer als de bouillon helemaal is opgenomen de couscous even los.

Bekleed een bakplaat met bakpapier. Leg de plakjes bladerdeeg er in een vierkant van 3 bij 3 op, net iets overlappend en met de kleverige kant (waar je het plastic-velletje van af hebt gehaald) naar boven. Druk op de overlap iets aan, zodat de plakjes aan elkaar plakken.
Schep de couscous op het bladerdeeg vierkant. Verdeel met een lepel zó, dat je een vierkant vormt dat verschoven is ten opzichte van het bladerdeeg vierkant. Verdeel het kip-ui-mengsel over de couscous en de perzik-partjes daar weer over.

Schep tot slot de boursin cuisine erover en smeer voorzichtig wat uit met de bolle kant van een lepel.

Vouw het bladerdeeg dicht door de punten naar het midden te vouwen. Duw voorzichtig aan, zodat het bladerdeeg dicht kleeft. Klop een ei los met een eetlepel water en bestrijk het bladerdeeg daarmee.

Schuif de bakplaat in de voorverwarmde oven en bak de de kip met perzik en kruidenkaas in bladerdeeg in 45-55 minuten gaar en mooi bruin.

Laat iets afkoelen voor het aansnijden.

Eet smakelijk!

 

Misschien vind je dit ook lekker?

Kip in de Hoed

Roti pastei

Zuurkooltaart met chorizo en gerookte kip

Kippastei met groenten

Freddie Mercury’s kip pastei

Leimuidense fruitige gehaktschotel

Strudel met sperziebonen en shoarma

Zalm met kruidenroomkaas in bladerdeeg

Freddie’s “Fish Wellington”

Knolselderijpuree met komijnekaas en ovengroenten

Knolselderijpuree met komijnekaas en ovengroenten

Ik kom even niet zo erg aan mijn blog toe, de laatste tijd. Het is een beetje hectisch, hier. Afgelopen week was ik -naast mijn gewone werk- vooral druk met zoonlief en zijn examenjaar. Hij moest nog een aantal opdrachten inleveren (en maken), maar het kost soms/vaak/meestal nogal wat tijd en overredingskracht om hem aan het werk te krijgen. Maar met een flinke portie geduld en doorzettingsvermogen is het meeste toch gelukt. Maar goed, daardoor kwam ik dus niet zo goed aan mijn blog toe.
Daarnaast ga ik iets heel erg fantastisch leuks doen, waar ik héél erg enthousiast over ben, maar wat ik ook héél spannend vind. Daarover binnenkort meer, maar ik moet het eerst even een beetje laten bezinken, allemaal. (Is dat een cliffhanger of wat?) Dus voor nu weer over tot de orde van de dag: deze heerlijke knolselderijstamppot met krokant gebakken komijnekaas. Het viel hier súper goed in de smaak en ik vond ’t zelf ook zeer geslaagd. Altijd als we een (zelf-)gepaneerde kaasplak eten, dan neem ik me voor om het vaker te maken, want ik vind het echt súper lekker. Alleen het paneren zelf, daar ben ik niet echt dol op. Tegen de tijd dat ik klaar ben zijn mijn vingers ook altijd dubbel gepaneerd, namelijk. Maar het is eigenlijk echt de moeite waard.

Ingrediënten (voor 4 personen)
1 knolselderij
3 flinke aardappelen
400 gram komijnekaas
100 gram crème fraîche
600 gram ovengroenten (courgette, peen, rode paprika)
1 ei
een paar eetlepels bloem
paneermeel
peper, zout, olie

Bereiding
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Schil de aardappelen en snij ze in blokjes. Snij de schil van de knolselderij, snij ‘m in plakken en daarna in blokjes. Kook de knolselderij- en aardappelblokjes samen in één pan gaar in ruim water met wat zout.

Doe de ovengroenten in een mengkom en doe er een paar eetlepels olie bij. Hussel door totdat alle groenten bedekt zijn met wat olie. Bekleed een bakplaat met bakpapier en spreid daar de ovengroenten over uit. Maal er wat zout en peper over en bak in de voorvewarmde oven in ongeveer 25 minuten.

Rasp een kwart van de komijnekaas. Snij de rest van de komijnekaas in vier dikke plakken. Paneer de vier plakken komijnekaas, door ze eerst door de bloem, daarna door geklopt ei en tot slot door de paneermeel te halen. Doe dat nog een keer (dus nog een keer door de bloem, ei en paneermeel), zodat je een stevige laag paneer krijgt voor een lekker stevig en knapperig korstje.

Giet de knolselderij en aardappel af, doe de crème fraîche erbij en stamp fijn tot een puree. Roer de geraspte komijnekaas erdoor. Proef en breng op smaak met zout en peper.

Verhit een scheutje olie in een koekenpan en bak de gepaneerde komijnekaas aan beide kanten tot het mooi bruin is en net vorm begint te verliezen.

Schep wat knolselderij-komijn-puree op een bord en daar wat geroosterde ovengroenten over en leg daar een krokant gebakken plak komijnekaas op.
Eet smakelijk!

 

Misschien vind je dit ook lekker?

Quiche met zoete aardappel, knolselderij en courgette

Rendang knolselderij

Venkel-knolselderij stamppot

Schorseneren-knolselderij risotto

Knolselderijstamppot met brie en amandelsnippers

Macaroni met tomatensaus en gepaneerde varkensvlees- of halloumiblokjes

Spinaziecurry met krokante bloemkool

Gefrituurde kip met roerbakgroenten in honing-knoflook saus

Stamppot rauwe andijvie met kaasschitzel

 

Macaroni met broccoli-pestosaus, gemarineerde tomaatjes en camembert

Macaroni met broccoli-pestosaus, gemarineerde tomaatjes en camembert

Wat was het een heerlijke dag, gisteren! De temperatuur was hartstikke lekker buiten. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik ben wel weer toe aan de lente. Ik ben lekker gaan wandelen in het Belmonte Arboretum, hier in Wageningen. Daar wonen we maar een kilometertje vandaan en daar is het altijd prachtig. Ik was duidelijk niet de enige die dat had bedacht, want het was bijna druk te noemen. Er zaten zelfs hier en daar al groepjes studenten te picknicken. Ik had verwacht dat de sierappels al wel in bloei zouden staan, maar dat was niet het geval. Maar er stonden wel veel andere planten en struiken in bloei. Zelfs al wat rododendrons. Dat is volgens mij hartstikke vroeg. Die staan meestal rond bevrijdingsdag in bloei.

Na thuiskomst was ik wel behoorlijk rozig van zoveel frisse lucht en heb ik eerst lekker een dutje gedaan. Daarna was ik een beetje duf en had ik geen zin om iets heel ingewikkelds te koken. Gelukkig had ik deze pasta-ovenschotel op het weekmenu staan. Of eigenlijk: halve-weekmenu, want ik laat de boodschappen nu twee keer per week bezorgen. De prijzen zijn zo hard gestegen de laatste tijd dat ik met boodschappen voor drie of vier dagen ook makkelijk boven het minimale bestelbedrag uitkom.
Dit recept heb ik uit het blaadje Lekker Vega, van de Vegetariërsbond. Ik heb het –noodgedwongen– ietsje aangepast: verse basilicum was niet leverbaar, dus heb ik in plaats daarvan een bakje pesto gebruikt. En eigenlijk moesten er zongedroogde tomaatjes in, maar omdat Free daar niet van houdt heb ik die vervangen door gemarineerde tomaatjes uit het tapas/anti-pasti assortiment. Niet dat hij die wel lekker vond, maar het was te proberen.
Ik vond het een succes. Edwin houdt eigenlijk niet van broccoli, maar zo gepureerd door de saus herken je die eigenlijk niet meer terug. En hij vond het ok. Ik heb voor dit recept diepvries broccoli gebruikt. Je kunt natuurlijk ook gewoon verse broccoli gebruiken, maar ik probeer wat vaker diepvries te gebruiken. Ik heb bij een footprint challenge een keer gehoord dat dat veel milieuvriendelijker is dan vers, omdat het in het seizoen wordt gekweekt. En zo voorkom ik dat de groenten verpieterd zijn, tegen de tijd dat ik ze wil gaan eten. En het is vaak ook een stuk goedkoper is dan vers. De enige beperkende factor is de ruimte in mijn vriezer, maar als je regelmatig uit je vriezer kookt, dan hoeft dat geen probleem te zijn.
Aanrader dus! Zowel deze pasta-ovenschotel als diepvries broccoli.

Ingrediënten
300 gram macaroni (maccheroni)
450 gram broccoliroosjes (diepvries)
2 rode uien
2 tenen knoflook
200 gram creme fraiche
100 gram gemarineerde tomaatjes (koelvers)
80 gram pesto
1 camembert (145 gram)
4 theelepels bouillonpoeder (groentebouillon)
olie, zout, peper

Bereiding
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Pel de uien en snij in halve ringen. Pel de tenen knoflook en snij fijn. Verhit een eetlepel olie in een koekenpan en bak daarin de ui op een zacht pitje tot de ui begint te karameliseren. Bak dan de knoflook nog even mee.
Breng 1,2 liter water aan de kook en los daar de bouillonpoeder (of 2 bouillontabletten) in op. Kook de broccoli gaar in de bouillon. Schep dan de broccoli uit de bouillon met een schuimspaan. Kook de macaroni in het bouillon. Giet af als de macaroni beetgaar is.

Pureer de broccoli, het ui-mengsel, de creme fraiche en de pesto met een staafmixer of in een blender tot een gladde massa.

Vet een ovenschaal in met wat olie en doe de gekookte macaroni in de ovenschaal. Verdeel de broccoli-pestosaus over de macaroni.
Verdeel de gemarineerde tomaatjes over de saus. Snij de camembert in dikke plakken en verdeel die over de ovenschotel.
Zet de schaal ongeveer 20 minuten in de voorverwarmde oven, tot de camembert gesmolten is.

Eet smakelijk!

 

Misschien vind je dit ook lekker?

One-pot fusilli met broccoli en kaas uit de hooikist

Farfalle met broccoli, courgette en “watervlees”

Mac ‘n Cheese met pastinaak en prei

Pasta pesto a la Free

Tagliatelle met macadamia-pesto

Pasta met spinazie en pesto

Pasta met pestosaus (en kip en sperziebonen)

Broccolitaart met camembert en cashewnoten